Vuilwater wetgeving
Lozingsverbod
Met ingang van 2025 gaat een lozingsverbod gelden voor passagiersschepen met meer dan 12 personen. Wat betekent het lozingsverbod voor de passagiersvaart?
In Europa bestaat regelgeving voor de verzameling, afgifte en inname van huishoudelijk afvalwater van passagiersschepen. Huishoudelijk afvalwater betreft afvalwater uit keukens, eetruimten, wasruimten en bijkeukens, alsmede toiletwater. Het Scheepsafvalstoffenverdrag (CDNI) bevat een verbod voor passagiersschepen om dit afvalwater te lozen in het oppervlaktewater. Het verdrag is van toepassing op de hele Rijn en op alle binnenwateren in Nederland, Duitsland, België en Zwitserland en tevens op de internationale Moezel in Luxemburg en Frankrijk.
Wat betekent het lozingsverbod voor de passagiersvaart?
Sinds enige tijd kent het CDNI-verdrag een lozingsverbod van huishoudelijk afvalwater voor hotelschepen met meer dan 50 slaapplaatsen en voor passagiersschepen die zijn toegelaten voor het vervoer van meer dan 50 passagiers. In het CDNI-verdrag is besloten dit lozingsverbod uit te breiden naar hotelschepen met meer dan 12 slaapplaatsen en naar passagiersschepen die toegelaten zijn voor het vervoer van meer dan 12 passagiers, zoals riviercruise- en hotelschepen, dagtochtschepen, charterschepen en rondvaartboten. Het verbod treedt op 1 januari 2025 in werking.
Overgangsperiode
Het lozingsverbod geldt in eerste instantie uitsluitend voor passagiersschepen die na 30 december 2008 in de vaart zijn genomen. In de vaart nemen is een synoniem voor in bedrijf nemen. Passagiersschepen die vóór 30 december 2008 in bedrijf werden genomen en uitsluitend buiten de Rijn varen, krijgen te maken met tijdelijke overgangsbepalingen.
De overgangsbepalingen eindigen voor alle passagiersschepen vanaf 2030 in de gebieden waar het CDNI-verdrag geldt. Dit houdt in dat passagiersschepen vanaf 2030 bij de verlenging van hun certificaat van onderzoek (CvO) voorzien moeten zijn van verzameltanks voor huishoudelijk afvalwater of van een boordzuiveringsinstallatie (artikel 19.14 van de Europese standaard tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen ES-TRIN).
In het afvalstoffenverdrag staat in deel C (over verzameling, afgifte en inname van overig scheepsbedrijfafval) in artikel 8.02 lid 2 en 3:
- De Verdragsluitende Staten zijn verplicht, binnen vijf jaar na de in werking treding van dit Verdrag, voor slops en klein gevaarlijk afval ontvangstinrichtingen in havens in te richten of te laten inrichten.
- De Verdragsluitende Staten verplichten zich overeenkomstig de voorschriften van artikel 4, eerste lid, van dit Verdrag ontvangstinrichtingen voor huishoudelijk afvalwater in te richten of te laten inrichten bij bepaalde als vaste of voor overnachting dienende ligplaatsen.
- Bij ligplaatsen voor schepen als bedoeld in artikel 9.01, derde lid (dit zijn passagiersschepen met 13 t/m 49 passagiers), moeten vóór het in artikel 9.01, derde lid, genoemde tijdstip (dit is 1-1-2025) ontvangstinrichtingen worden ingericht.
Momenteel ligt de concrete vraag van de BBZ bij het ministerie hoe het precies zit met de verplichtingen van gemeentes en havens.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!