Scheepsmotoren Event 2024
Ook de binnenvaart moet bijdragen aan de CO2-doelstellingen van de Green Deal – in 2030 moet de CO2-uitstoot met 40% tot 50% zijn verminderd ten opzichte van 2015. Biobrandstof lijkt nu de meest voor de hand liggende oplossing voor de binnenvaart. Terwijl technologieën zoals waterstof en methanol naar verwachting pas vanaf 2035-2040 realiteit zullen zijn, elektrisch varen niet voor elk vaargedrag toepasbaar is, is biobrandstof nu al een kosteneffectieve en praktische manier om de uitstoot aanzienlijk te verminderen. Het Scheepsmotoren Event op 26 september stond dit jaar daarom in het teken van biobrandstoffen.

FAME en HVO
Twee biobrandstoffen kregen alle aandacht, namelijk FAME en HVO. Verschillende brandstofleveranciers, wetenschappers en ervaringsdeskundigen lichtten de voor- en nadelen van de twee brandstoffen toe. FAME en HVO zijn beide zogenaamde drop-in brandstoffen. Dat betekent dat er geen (of nauwelijks) aanpassingen nodig zijn om deze brandstof te kunnen gebruiken. Dit geldt voor HVO in alle mengvormen, van HVO7 (diesel waaraan 7% HVO is toegevoegd tot HVO100 (100% HVO). Voor FAME geldt dit nog niet. FAME is hygroscopisch, trekt makkelijk water aan waarin bacteriegroei kan ontstaan, dat op zijn beurt weer kan leiden tot vlokvorming als de brandstof lang wordt opgeslagen of koud wordt. Overigens kan nu ‘standaard’ diesel al FAME bevatten, want binnen de specificaties van de brandstofnormering EN590 mag er in diesel maximaal 7% FAME bijgemengd worden (aangeduid als B7). Brandstof waar meer dan 20% FAME is toegevoegd (B20) kan leiden tot vervuiling van katalysatoren en vraagt om goede ‘housekeeping’: regelmatig aftappen van water, zorgen voor schone brandstoftanks en het controleren en op tijd vervangen van filters. Dat laatste geldt met name na het eerste gebruik. FAME werkt namelijk als een soort schoonmaakmiddel en lost het vuil in de brandstoftanks op.
TNO is bezig met het testen van verschillende varianten van FAME en probeert het percentage FAME steeds verder te verhogen terwijl het wel werkbaar blijft.

Prijs (ontwikkeling)
Het maken van HVO is een ingewikkeld proces dat gepaard gaat met meerdere stappen. Daarom is het duurder dan reguliere diesel of FAME wat eenvoudiger te produceren is. Het prijsverschil is momenteel nog maar zo’n 10 cent per liter. De verwachting is echter dat dit in de toekomst kleiner wordt en wellicht dat reguliere diesel zelfs duurder wordt. Hiervoor zijn een aantal oorzaken aan te wijzen.

  • Allereerst de invoering in 2026 van de REDIII waarbij RED staat voor Renewable Energy Directive. Dit verplicht brandstofleveranciers een steeds hoger percentage CO2 reductie te realiseren via de levering van hernieuwbare brandstoffen zoals HVO en Fame. Als ze die leveren krijgen ze Emissie Reductie Eenheden (ERE’s). Haalt een brandstofleveranciers zijn quotum aan ERE’s niet dan moeten deze gekocht worden. Die extra kosten worden doorberekend in de prijs van de diesel. De prijs van biobrandstof aantrekkelijk houden is ook in het belang van de leverancier, want hoe hoger de verkoop hiervan, hoe meer ERE’s hij krijgt en hoe minder hij deze hoeft in te kopen. Brandstofleveranciers die meer CO2 reductie leveren dan de norm kunnen hun ERE’s verkopen.
  • Daarnaast krijgen brandstofleveranciers vanaf 2027 ook te maken met het ETS2 (Emission Trade System). Ze moeten emissierechten (voor uitstoot van CO2) kopen. De eerste 3 jaar is hier een maximumprijs voor gesteld waardoor diesel 13 cent duurder wordt. Biobrandstoffen vallen niet onder dit systeem. De emissierechten worden steeds verder afgebouwd, worden daardoor duurder, waardoor de fossiele diesel ook steeds duurder wordt.
  • Als derde zal de verplichte Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) gaan zorgen voor een verandering in de markt. Deze richtlijn verplicht bedrijven om hun uitstoot te rapporteren en deze langzaam te verminderen. In het verslag moet duidelijk gemaakt worden hoe hun hele keten presteert op het gebied van duurzaamheid. Bedrijven zullen daarom bij hun kleinere toeleveranciers vragen om informatie die zij zelf nodig hebben voor hun duurzaamheidsrapportage. Dat betekent dat MKB’ers ook duidelijk moeten hebben wat hun uitstoot is. Bedrijven zullen eerder kiezen voor partners in hun keten die een kleine uitstoot veroorzaken. Voor de vrachtvaart zal dit grotere consequenties hebben dan de passagiersvaart. Er komt echter een moment dat verhuurkantoren, touroperators of bedrijven die hun bedrijfsuitje aan boord houden, hun footprint moeten kunnen aantonen. De CSRD gaat namelijk voor steeds kleinere bedrijven gelden.

 

Beschikbaarheid
Experts verwachten dat HVO de komende 3 tot 8 jaar nog voldoende voorradig zal zijn. Hierna wordt veel concurrentie met vliegverkeer verwacht, waar de emissienormen ook steeds strenger worden. De vraag zal daardoor toenemen, de prijs stijgen en hoogstwaarschijnlijk tekorten ontstaan. FAME is voor het luchtverkeer geen optie. De ene expert adviseert de binnenvaart dus over te stappen op FAME, de ander om nu alvast over te stappen op HVO waardoor er straks een betere onderhandelingspositie ontstaat.

 

De prijs van HVO is momenteel (juli 2024) zo’n 20% hoger dan die van diesel. Door invoering van de Europese richtlijn REDIII is de verwachting dat dit verschil minder wordt en dat diesel weleens duurder kan worden dan HVO.

REDIII, waarbij RED staat voor renewable energy directive wordt in 2026 van kracht. De richtlijn schrijft voor dat brandstofleveranciers een bepaald percentage CO2 reductie moeten realiseren via de levering van hernieuwbare brandstof. Dit percentage wordt jaarlijks verhoogd. Voor de binnenvaart loopt het percentage op van 3,8 % in 2026 naar 14% in 2030, voor de zeevaart van 3,6% in 2026 tot 8,2% in 2030. Voor de geleverde hernieuwbare brandstof krijgen de brandstofleverancier zogenaamde HBE’s: Hernieuwbare Brandstof Eenheden (die vanaf 2026 omgezet worden in  EmissieReductie-Eenheden (ERE’s). Leveranciers moeten elk jaar aantonen dat ze de verplichte CO2 reductie hebben gehaald. Als ze dit niet halen moeten ze HBE’s kopen. Bedrijven die meer CO2 hebben gereduceerd dan het voorgeschreven percentage kunnen hun HBE’s namelijk verkopen. Dit maakt het systeem een marktinstrument om klimaatverandering tegen te gaan. Hoe minder brandstofleveranciers de doelen hebben gehaald hoe hoger de prijs van HBE’s. En deze prijs zal worden doorberekend in de diesel. Hoe hoger de prijs van HBE’s hoe aantrekkelijker overschakelen naar HVO wordt. Het prijsverschil tussen diesel en HVO wordt daardoor kleiner en zal wellicht zelfs omslaan in het voordeel van HVO.

Boat Bike Tours schepen op GTL in 2024

River Cruises
Een aantal schepen van River Cruises is in 2023 overgeschakeld van reguliere diesel naar GTL (Gas-to-Liquid). GTL is een synthetische diesel, die zonder grote aanpassingen aan de motor kan worden ingezet en die zorgt voor minder fijnstof-, stikstof- en zwaveluitstoot. Op die manier is het soms mogelijk ook oudere motoren qua uitstoot op het niveau van modernere CCR-2 motoren te krijgen. Of dat lukt, hangt af van het type motor en de staat van onderhoud. Bas van de Molen, verantwoordelijk voor het technisch onderhoud van de schepen zegt daarover: “De motoren moeten in elk geval goed onderhouden zijn en dan nog hangt het af van het type motor”.
Vier schepen van River Cruises voldoen aan de eisen die verbonden zijn aan de Green Award.

Vier schepen van River Cruises voldoen aan de eisen voor de Green Award.

Elders op dit platform staat een artikel over de verschillen tussen GTL en HVO en is een artikel over de Green Award terug te vinden.

Boat Bike Tours schepen op GTL in 2024

De Holland aan de kade in Amsterdam

 
Boat Bike Tours schepen op HVO in 2024

Schonere oplossingen
Een aantal bij Boat Bike Tours aangesloten schepen gaat vanaf begin seizoen 2024 varen op HVO100. Vier van deze schepen hebben een stage V motor, twee schepen hebben oudere motoren. De meerprijs van de HVO100 ten opzichte van gewone diesel zal worden betaald uit een door Boat Bike Tours ingericht Groenfonds. Boat Bike Tours zal hiermee een flinke stap maken in het reduceren van de voetafdruk van het gehele bedrijf. Hier kun je een artikel vinden over de inbouw van de eerste stage V motoren in de winter van 2022/2023 op de Flora en de Fiep.

De afkorting HVO staat voor Hydrotreated Vegetable Oil, een met waterstof behandelde plantaardige olie, die de uitstoot van broeikasgassen aanzienlijk vermindert. De brandstof is geschikt voor alle dieselmotoren en kan onmiddellijk worden gebruikt, zonder aanpassingen aan motoren of de infrastructuur.

Lees hier de product informatie van Neste HVO.

Een aantal bij Boat Bike Tours aangesloten schepen zullen vanaf begin seizoen 2024 gaan varen op HVO100. Vier van deze schepen hebben een stage V motor, twee schepen hebben oudere motoren. De meerprijs van de HVO100 t.o.v. gewone diesel zal worden betaald uit een door Boat Bike Tours ingericht Groenfonds. De afkorting HVO staat voor Hydrotreated Vegetable Oil, een met waterstof behandelde plantaardige olie, die de uitstoot van broeikasgassen aanzienlijk vermindert. De brandstof is geschikt voor alle dieselmotoren en kan onmiddellijk worden gebruikt, zonder aanpassingen aan motoren of de infrastructuur. Lees hier de product informatie van Neste HVO.

Voordelen van Neste MY Renewable Diesel (HVO) vergeleken met fossiele diesel (bron: www.neste.nl).

 

Lees hier over de verschillen tussen GTL en HVO.

GTL versus HVO

Minder belastend
Met steeds meer aandacht voor het milieu en voor het terugdringen van verschillende uitlaatgassen zijn oliemaatschappijen op zoek naar brandstoffen die het milieu minder belasten. Twee van deze nieuwe brandstoffen worden hier uitgelicht en vergeleken. Het ene product is GTL (Gas-To-Liquid) en het andere product is HVO diesel (Hydrotreated Vegetable Oil). Beide producten zijn synthetische brandstoffen en bevatten geen onverzadigde moleculen als alkenen en aromaten.

GTL versus HVO

GTL (Gas-to-liquid)
Gas-to-liquid wordt gemaakt via het Fischer-Tropsch proces. Tijdens dit proces wordt aardgas omgezet naar een synthesegas. Dit synthesegas wordt vervolgens omgezet naar een vloeibaar product. De naam Gas-to-liquid kan dus letterlijk genomen worden.

HVO diesel (Hydrotreated Vegetable Oil)
Hydrotreated Vegetable Oil wordt gemaakt door middel van een Fischer-Tropsch-achtig proces. Hier wordt er echter van biomassa een synthesegas gemaakt. Deze biomassa wordt dus eerst vergast. Daarna wordt dit synthesegas weer omgezet naar een vloeibaar product. Dit proces wordt ook wel Biomass-to-Liquid genoemd.

Overeenkomsten GTL en HVO diesel
Beide producten komen voort uit eenzelfde soort proces. Dit proces zorgt ervoor dat onverzadigde koolwaterstoffen zich niet meer in de brandstof bevinden. Daardoor verbranden HVO en GTL veel schoner dan normale diesel. Door deze schonere verbranding worden er minder schadelijke deeltjes uitgestoten: fijnstof (PM), stikstof (NOx) en zwaveldeeltjes. Voor het gebruik van HVO en GTL is in principe geen aanpassing van de motoren nodig.

Verschillen GTL en HVO
Tussen GTL en HVO diesel zitten niet veel verschillen. Eigenlijk is er maar één verschil.
Zoals hierboven genoemd zorgen beide brandstoffen voor minder fijnstof-, stikstof- en zwaveluitstoot. Doordat HVO diesel geproduceerd wordt uit biomassa wordt er minder CO2 verbruikt in het productieproces. Dit verschil kan bij het gebruik van 100% HVO zelfs oplopen van 89% CO2 besparing. Bij GTL, wat geproduceerd wordt van aardgas, treedt dit voordeel niet op.

Nog een verschil: de prijs
Op dit moment (februari 2024) is GTL ongeveer 10% duurder dan gewone diesel. HVO is op dit moment 50% duurder dan gewone diesel. Hoe de prijzen van de diverse brandstoffen zich in de komende tijd gaan ontwikkelen is onduidelijk en afhankelijk van veel verschillende factoren.

Stage V

Flora en Fiep
De Flora en de Fiep hebben in de winter van 2022/2023 een nieuwe Stage V motor ingebouwd. In de winter 2023/2024 zullen de Gandalf en de Lena Maria volgen. Ze hebben daarbij gebruik gemaakt van de Subsidieregeling Verduurzaming Binnenvaartschepen (zie het artikel elders op dit platform over dit onderwerp). Dit betekent dat de eigenaren 60% subsidie hebben ontvangen van de totale kosten voor het installeren van een nieuwe stage V motor.

De tijdelijke Subsidieregeling Verduurzaming Binnenvaartschepen is in het leven geroepen om twee doelen te realiseren. In de Green Deal Zeevaart, Binnenvaart en Havens zijn afspraken opgenomen over het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen in de binnenvaart. Einddoel is een nagenoeg emissieloze sector in 2050. Een belangrijk meetmoment is 2035, wanneer de uitstoot van milieuverontreinigende stoffen (denk aan fijnstof en stikstof) met 25% tot 50% moet zijn afgenomen. Hiernaast is er de structurele aanpak stikstofproblematiek, waarin het Rijk de nationale stikstofuitstoot wil terugdringen.

Volvo
De hierboven genoemde motorschepen hebben alle gekozen voor een Volvo Penta D8-MH 300pk met nabehandelingssysteem. Hierdoor neemt de uitstoot van stikstof en fijnstof aanzienlijk af. In 2024 gaan de genoemde schepen op HVO100 varen. Hierdoor zal ook de CO2 emissie met ca. 90% afnemen.

Stage V

Artikel Schuttevaer maart 2023 (Bron: Schuttevaer – 26 maart 2023)

Stage V-motor als tussenstap voor motorcharterschepen Fiep en Flora
Toeristen die onderweg zijn naar museum Nemo boven de IJ-tunnel in Amsterdam hebben het niet door. Maar de Fiep en Flora liggen er vlak naast in het Oosterdok, klaar voor de start van een nieuw en bijzonder vaarseizoen. Want, dit jaar varen beide schepen voor het eerst met een Stage V-motor.
Op het dek van de Flora staan zo’n 20 fietsen, het 39,95 meter lange schip gaat aankomend seizoen 28 weken lang door Nederland, Duitsland en België varen. ‘Op drie weken na is alles volgeboekt.’ Gedurende zo’n reis stappen de passagiers in de ochtend van boord en fietsen naar een volgende locatie, waar het schip dan inmiddels ook is aangekomen. Aan boord krijgen ze ontbijt, diner en een hut. Een formule die in trek is bij met name Amerikanen en Duitsers. ‘We beginnen met de tulpentocht.’ Een vaartocht als een ansichtkaart.

Niet wachten
Aan boord van de Flora zitten Berthus van den Berg, eigenaar van de Flora en Jossie Verkerk van de naastgelegen Fiep. Beide passagiersschepen varen voor een overkoepelende organisatie Boat Bike Tours. ‘Daarmee zijn we verzekerd van werk en het scheelt ons een hele hoop marketing.’
De varende ondernemers wilden niet langer wachten met vergroenen. ‘We voelden wel de druk van de gemeente Amsterdam om te vergroenen’, zegt Van den Berg. ‘Amsterdam loopt voorop én wij doen dat nu ook met deze hermotorisering’, voegt Verkerk toe. De Flora heeft nu het Green Award-label goud en de Fiep het label zilver.

Stage V

Berthus van den Berg met de Flora en daarnaast de Fiep – klaar voor een nieuw vaarseizoen (Foto’s: Jelmer Bastiaans)

Subsidieaanvraag
De Scania in de Fiep en Caterpillar in de Flora stamden beide uit de jaren ’70 en zijn vervangen door Volvo Penta’s. ‘Zonder subsidie was dat niet gelukt’, zegt Van den Berg. Daarom zaten de schippers tijdens de jaarwisseling van 2021 naar 2022 klaar met een ingevuld formulier. Binnen de minuut werd de aanvraag gedaan. ‘Jossie was zes seconden sneller dan ik’, lacht Van den Berg.
Die snellere aanvraag van Verkerk werd wel eerst afgekeurd doordat het schip in de voorgaande periode geen 60 vaardagen in Nederland had gemaakt. Dat was niet gek, want de passagiersschepen konden helemaal niet varen in de coronatijd. ‘We hebben succesvol bezwaar gemaakt.’
De Flora haalde net wel de benodigde vaardagen. ‘Daarvoor heb ik de laatste maanden van het jaar nog veel door Nederland gevaren.’

Onzekere toekomst
Met een nieuwe en veel schonere voortstuwing zijn beide schepen klaar voor de toekomst. Toch is die toekomst onzeker. De passagiersschepen moeten ook voldoen aan de technische eisen van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR) die 2035 ingaan. ‘Dat gaat echt nooit lukken op onze schepen’, stellen beide schippers.
Secretaris-generaal Lucia Luijten van de CCR, gaf vorige week vrijdag in Studio Schuttevaer aan dat er beroep moet worden gedaan op de zogenoemde hardheidsclausule om voor een ontheffing in aanmerking te komen. Scheepseigenaren kunnen via deze weg aantonen dat de eisen onhaalbaar zijn.
‘Dat is wel echt een heel werk. Wij zijn er nog niet aan begonnen. Per nieuwe regel die je niet haalt moet je die clausule invullen’, vertelt Van den Berg. Hij en Verkerk hebben er echter vertrouwen in dat er op een aantal punten generieke uitzonderingen komen. ‘Daar is de BBZ (branchevereniging chartervaart – red.) hard mee bezig.

BBZ
BBZ-voorman Paul van Ommen laat desgevraagd weten het roerend met de schippers eens te zijn. ‘Zij vergroenen maar twijfelen of de schepen straks de overgangstermijnen wel bij kunnen houden. Dat zou inderdaad eeuwig zonde zijn. De Fiep en Flora lopen vooruit op milieu en dat zou wat moeten betekenen.’
De onzekerheid heeft ze niet ervan weerhouden te investeren. ‘We laten hiermee ook zien dat we als sector door willen. Ook met het onzekere vooruitzicht. Er zijn ook mensen die wachten met investeren tot het volledig elektrisch kan. Dat willen wij uiteindelijk ook, maar dat duurt nog wel een aantal jaar. Daarom zien we deze hermotorisering als tussenstap.’
Wel een stap die meteen voordelen biedt. ‘Het geluid in de stuurhut is van 84 naar 62 decibel gegaan en ik hoef het achterdek niet meer elke dag te schrobben’, stelt Van den Berg tevreden. Beide schippers verwachten ook veel van de brandstofverbruiksmeter die in de stuurhut is gekomen. ‘Daar kijken we allebei naar uit om te gebruiken’, zegt Verkerk.
‘Ik denk dat ik rustiger ga varen, want je kunt nu precies zien hoeveel brandstof dat scheelt’, besluit Van den Berg.

HVO

Wat is HVO?
HVO (Hydrotreated Vegetable Oil) is een synthetisch alternatief voor diesel dat wordt verkregen door plantaardige oliën en vetten te behandelen met waterstof. Door de behandeling van deze plantaardige oliën ontstaat een brandstof die in vergelijking met fossiele diesel schoner verbrandt en duurzamer is. De brandstof is volledig weersbestendig en vlokt minder tot helemaal niet bij kou; dat laatste kan overigens verschillen per aanbieder.
HVO’s zijn in allerlei mengvormen verkrijgbaar bij de pomp; zo bestaat HVO20 uit 20% HVO en 80% fossiele diesel. Het is bekend onder verschillende namen zoals o.a. Neste MY Renewable Diesel, MD1-100, CO2Saving Diesel of simpelweg HVO100. De brandstof is ook verkrijgbaar in een lager accijnstarief (vergelijkbaar met rode diesel).

Uitstoot en afbraak
Door het gebruik van HVO wordt de uitstoot van CO2 ten opzichte van diesel verlaagd met 30 tot 90% afhankelijk van het percentage HVO dat in de brandstof zit. HVO100 heeft een zeer lage uitstoot van lokale emissies zoals fijnstof, stikstofoxiden en zwaveloxiden. Het is volledig biologisch afbreekbaar en geurloos.

Veilig te gebruiken?
In Europa worden motoren en voertuigen getest voor brandstoffen met de EN590 normering. Wanneer een diesel de EN590 normering krijgt, betekent het dat deze brandstof van voldoende kwaliteit is om gebruikt te worden in dieselmotoren. Vrijwel alle motoren en voertuigfabrikanten conformeren zich aan deze normering. Mengvormen tussen fossiele diesel en HVO kunnen nog voldoen aan de EN590 norm, maar HVO’s in pure vorm voldoen niet. Dit komt omdat HVO een andere chemische samenstelling heeft. Voor synthetische diesel is er een nieuwe norm: de EN15940. Voor nieuwere motoren wordt garantie afgegeven voor het gebruik van HVO die aan deze norm voldoet.
Volgens de ontwikkelaars van HVO kan de brandstof in elke dieselmotor gebruikt worden. Alle mengvormen onder de 70% hebben niet geleid tot problemen. Is het percentage HVO hoger, dan zijn er pakkingen en rubbers van hennep of nitril-rubber (ook NBR polymeer genoemd), die bij langdurig gebruik kunnen gaan krimpen (met name in oudere motoren). Dit zijn pakkingen in het brandstofsysteem die direct in aanraking komen met de brandstof, in de brandstofpomp, de brandstoffilter of brandstofleidingen. Een voorbeeld hiervan zijn de O-ringen bij de brandstofinjectoren. Deze kwetsbare pakkingen zijn te vervangen door HVO-bestendige pakkingen.
Dit zijn pakkingen van de volgende materialen:

  • Fluoroelastomer (FKM)
  • PTFE
  • Vinyl ester
  • Epoxy

Aangeraden wordt om bij de motorfabrikant te informeren of deze pakkingen leverbaar zijn. HVO vraagt om ‘Good housekeeping’ van de brandstoftanks en het brandstoftoevoersysteem. Dit houdt vooral in het regelmatig inspecteren en reinigen van de tanks en het op tijd vervangen van brandstoffilters. Een omschakelbare wisselfilter wordt hiervoor aangeraden.
Omdat HVO minder water bevat is de kans op bacteriegroei vrijwel verdwenen. Bacteriegroei ontstaat vaak door een biobrandstof (FAME) die aan fossiele diesel is toegevoegd. Biodiesel trekt vocht aan waarin bacteriegroei kan ontstaan. Aangezien HVO FAME-vrij is, scheidt het water juist goed af. Hoe hoger het percentage HVO in de brandstof, hoe minder kans op bacteriegroei.

Wat kost het?
De HVO prijs is afhankelijk van grondstofprijzen en ligt op het moment van schrijven van dit artikel (februari 2024) gemiddeld 50% per liter hoger dan diesel.

Waar verkrijgbaar?
HVO wordt steeds beter verkrijgbaar. Het is verkrijgbaar bij diverse bunkerstations (de Groot Stavoren, Reinplus Amsterdam, Jansen Maastricht). Soms is bestellen vooraf en een minimale afname noodzakelijk. Atalante in Hoorn verkoopt HVO100 (MY Renewable Diesel) in kleinere hoeveelheden. Diverse schepen tanken hier al en varen probleemloos rond.

Greenway